Het was in 2007 toen ik door mijn toenmalige leidinggevende werd gevraagd of ik ‘het stokje wilde overnemen’.
Hij had een conflict binnen de organisatie en gaf er de brui aan.
Mijn eerste gedachte was: Waarom ik?
Ik was weliswaar zijn ‘rechterhand’, maar dat was vooral op papier. Ik was verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op administratief gebied. Ik moest ervoor zorgen dat het werk ‘s morgens verdeeld werd onder de aanwezige collega’s in de administratie. En ik werkte daar uiteraard in mee.
Het was een leuke taak. Niet super uitdagend, maar toch …
Een team managen, met alle overstijgende taken die daarbij kwamen, dat was toch wel wat anders!
Waarom ik?
Was er niet een collega-teammanager die even kon bijspringen tot er een vervanger was gevonden? En was het kennelijk zo’n groot probleem dat mijn leidinggevende ervandoor moest gaan?! Kon ik misschien niet nog een goed woordje doen …?
Maar er werd een beroep op mij gedaan.
En meteen kwamen mijn Ikken in actie.
Mijn loyale-ik zei: ‘Doen, Simon! Dit wordt van je gevraagd!’
Mijn trotse-ik zei: ‘Doen, Simon! Dit is een mooie kans, kennelijk zien ze potentieel!’
Mijn interne criticus zei: ‘Zul je dat wel doen, Simon! Je hebt helemaal geen ervaring. En volgens mij ook geen ambitie om leidinggevende te worden!’
Mijn onzekere-ik zei: ‘Ik weet het niet, Simon!’
Ik heb het amper overwogen.
Welke ‘subpersoon’ nu uiteindelijk aan het langste eind trok, ik weet het niet.
Feit is dat ik het ben gaan doen!
Het was aanvankelijk voor de periode van een paar maanden.
Het werden uiteindelijk ruim drie jaren!
Het was een periode in mijn leven waarin ik (erop terugkijkend) veel heb geleerd.
Maar ook veel heb geleden.
En een eerlijke maar confronterende vraag die ik mezelf weleens heb gesteld was:
‘Simon, waarom heb je het nu eigenlijk gedaan?’
Als ik aan die periode terugdenk, dan herinner ik mij dat ik vaak niet gelukkig was.
Mijn werk werd anders: de taken minder administratief, meer leidinggevend, visionair, teamoverstijgend en gericht op de middellange termijn.
Ik stelde mijzelf niet de vraag ‘Vind ik het eigenlijk wel leuk?’
Ik deed het gewoon.
Ik hees me in een pak, ging van de ene vergadering naar de andere.
Ik las pagina’s met notities over allerhande zaken die speelden binnen de organisatie.
En af en toe kwam ik op de afdeling om te informeren of alles daar nog naar wens was.
Onbewust was ik overgeschakeld op de overlevingsstand.
En ik hield mijzelf voor dat dit een mooie kans was. Ze zagen blijkbaar mijn leidinggevende capaciteiten.
Dus eigenlijk stond ik mijn trotse-ik ‘water te geven’ en talloze schouderklopjes.
Het is fijn om je trots te voelen!
Ik merkte pas veel later dat ik was ingestapt in een denkbeeldige trein en was begonnen met mijn ‘pijnreis’.
Steeds vaker voelde ik mij verloren, onzeker, niet thuis in een wereld vol haantjes.
En ik hield me voor: ‘Ik heb tenminste een baan. Ik ga het vast onder de knie krijgen en er valt best mee te leven’.
Maar ik kreeg onderweg tijdens mijn ‘reis’ diverse klachten.
Het begon met een onderbuikgevoel. Een onzekerheid die ongemakkelijk werd.
Waarom voeg ik tijdens teamoverleggen en heisessies zo weinig toe?
En als ik wat aandraag, waarom word ik dan zo glazig aangekeken alsof er een strontvlieg door de kamer vliegt?
Waarom maakten mijn verschijning en bijdragen kennelijk zo weinig indruk?
Het wekte irritatie op. Ik werd steeds minder gemotiveerd om naar de wekelijkse managementsessies te gaan.
Verderop in deze ‘reis’ kwam de pijn binnen op identiteitsniveau.
Het knaagde aan mijn zelfwaardering, zelfrespect, zelfvertrouwen en uiteindelijk ook aan mijn trots (mijn raadgever van destijds).
Ik kon deze onzekerheid en onvrede niet meer alleen op m’n werk houden.
Ik nam het ook mee naar huis.
Ik lag ervan wakker, mijn sociale leven kwam onder druk te staan.
Ik werd er niet gezelliger op!
Gelukkig werd ook binnen de organisatie opgemerkt dat de aanvankelijke ‘best match’ toch niet zo’n succes was en in onderling overleg heb ik de functie teruggegeven.
Deze ‘reis’ van een klein ongemak naar een deuk in mijn zelfvertrouwen had ik liever niet gemaakt.
En tegelijk ben ik blij dat ik wel ben ingestapt.
Waarom? Omdat het mij enorm heeft gevormd in mijn kijk op het leven (en op mijn werk) en de plek die ik daarin wil innemen.
Rationeel gezien was het een mooie kans toen ik leidinggevende werd.
Maar diep van binnen klopte het niet. Ik deed wat anderen wilden. Ik was aan het volgen…
Waarom? Omdat ik geen doel had in mijn loopbaan.
Dus ik kon een beroep op mij niet weerstaan, omdat ik het gewoon niet wist.
Wat moest ik anders?
Ik had een kompas nodig die mij de richting wees.
Ik dobberde maar wat doelloos rond.
En als je dan niet uitkijkt, loop je keihard op de klippen!
Daar was niemand bij gebaat. Maar ikzelf al helemaal niet.
Inmiddels heb ik het kompas op ‘mijn noorden’ gericht.
En toen ik eenmaal die koers had uitgezet, kon ik ook weer in beweging komen.
Dat heeft geleid tot een prachtige carrièreswitch naar het mooie vak van loopbaan- en lifecoach!
In een volgend blog vertel ik je meer over de Compas-methode die ik inmiddels heb ontwikkeld en die mij heeft geholpen te worden wie ik nu ben.
En te doen wat ik nu doe.
En dat gun ik jou dus ook!
Reageren?
Bel me op 06 – 81051689 of mail naar info@simoncompagnie-advies.nl