Deze week sprak ik met een coachee die in een re-integratietraject bij haar werkgever zit.
Het doel van het gesprek was om de mogelijkheden te onderzoeken of zij op termijn weer in staat zal zijn aan het werk te gaan.
Zo’n gesprek is voor iemand die al een tijdje ziek thuis zit best spannend.
Houdt hij wel rekening met mijn situatie? Heeft hij wel aandacht voor mijn beperkingen?
Ik zit toch niet voor niets thuis?
Het zijn heel begrijpelijke gedachten en wat mij betreft zijn ze ook heel legitiem.
Tijdens zo’n gesprek ben ik dan ook de eerste die de situatie van een zieke werknemer zal begrijpen en dit begrip ook zal benoemen.
We gaan dus heel voorzichtig aan het werk en de tijd zal uitwijzen welke mogelijkheden er zich aandienen.
En toch zijn de gedachten van deze coachee ook weer beperkend.
Het systeem rond ziek-zijn is namelijk zó gericht op het medische ‘niet-kunnen’ dat ook een werknemer zélf daar de focus op gaat leggen.
Volgens de bedrijfsarts moet ik echt rust houden, want mijn schouderblessure moet goed genezen. Hij ziet mij over zes weken weer terug.
Maar wát als je de focus nu eens anders legt?
Ik leer in mijn opleiding tot Coach Inzetbaarheid dat een andere benadering vaak heel goed helpt. Het gaat dan om het objectiveren van de belastbaarheid.
Anders gezegd: rekening houdend met iemands medische beperkingen, welke activiteiten in het dagelijks leven (ADL) kan iemand nog wél?
Het is bijzonder om te ontdekken dat, als je met zieke werknemers gaat praten over wat ze in het dagelijkse leven allemaal nog doen, ze zelf versteld staan van de mogelijkheden!
Ze worden zich bewust van het feit dat ze – ondanks de beperkingen door hun ziekte – nog diverse dagelijkse taken verrichten die ze ook prima kunnen doen.
Als we daar nu eens een functie omheen zoeken?
Het is voor een werkgever interessant om dat te weten: het kan namelijk betekenen dat iemand best inzetbaar is in het bedrijf, ook al is het in een andere functie.
Maar het is in de beleving van de zieke werknemer nog vele malen belangrijker!
Het gevoel uitgerangeerd te zijn, niet langer inzetbaar, niet meer van toegevoegde waarde, niet meer van betekenis voor de organisatie, etc.
Het zijn allemaal gedachten die absoluut niet helpend zijn!
Het gesprek met mijn coachee begon gespannen. Even leek het alsof ze zich moest verantwoorden voor haar ziek-zijn.
Maar gaandeweg werd de blik gericht op het dagelijks leven en werd er gesproken over kansen en mogelijkheden in plaats van over beperkingen, verhinderingen en belemmeringen.
Het is vaak de perceptie (de beleving) van de zieke – en het verzuimproces eromheen – die geen ruimte laat voor het perspectief. En dat vind ik jammer.
Als ik een zieke werknemer kan overtuigen van de mogelijkheden om te functioneren, dan kan dat weleens een vlotte re-integratie mogelijk maken!